low budget


low budget 1.0

(Vaak in niet-correcte spellingen aangetroffen.)

( Gezegd van zaken of diensten die geproduceerd of verkocht worden.)
tegen een minimale kostprijs gemaakt of bedoeld voor een klein budget

Algemene voorbeelden


Wim Meijer nam drie keer deel aan een door Williams georganiseerde reis naar Washington. In de watten gelegd worden de deelnemers niet, alles is low budget, hoe hoog het bezoek ook is. "Enerzijds omdat zijn Programma weinig geld heeft, anderzijds omdat hij vindt dat je een stad op die manier het beste leert kennen. Geen hotels maar gastgezinnen, geen taxi maar de ondergrondse. Dat is Williams."

https://resolver.kb.nl/resolve?urn=KBNRC01:000030655:mpeg21:a0021,

Ik denk aan hoe Hugo en ik zijn begonnen. We waren nog kinderen. Voor we gingen studeren hebben we samen een jaar lowbudget door India getrokken. Ik ging sociologie studeren en toen ik afstudeerde hadden we een kind. Het onbezorgde hippiebestaan maakte plaats voor ambitie en hard werken.

Zadelpijn en ander damesleed, Liza van Sambeek,

Woordfamilie


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen